“Ik durf niet,” piepte het meisje. En ze bleef staan met een gezicht waaruit zonneklaar sprak dat niets ter wereld haar ook nog maar één stap kon laten verzetten.
De oude man dacht even na en haalde toen iets uit zijn jaszak. “Hier,” zei hij. “Maar voorzichtig. Het is heel bijzonder, dus je mag het niet kwijtraken.”
“Wat is het dan?” vroeg het meisje terwijl ze het ding aarzelend om en om draaide.
“Het is een talisman. Het wijst je de weg en beschermt je tegen alles waar je bang voor bent.”
“Ook tegen spinnen?”
“Ook tegen spinnen.”
“En ook tegen grislieberen?”
“Ook tegen grizzlyberen.”
Het meisje keek nu vol ontzag naar het voorwerp in haar hand. Toen omklemde ze het stevig en liep zonder iets te zeggen over de boomstam die over het beekje lag.
“U had gelijk!”riep ze opgelucht toen ze aan de overkant was. “En het was niet eens eng!”
De oude man glimlachte en liep achter haar aan.
“Moet u de talisman niet gebruiken?” vroeg het meisje, opeens weer bezorgd.
“Nee hoor,” zei de oude man, “ik heb hem niet nodig.”
“Maar het is toch gevaarlijk!”
“Nee hoor.”
“Maar waarom gaf u me dan de talisman?”
“Omdat jij bang was.”
“Ik snap het niet,” zei het meisje nu helemaal in de war.
“Een talisman beschermt je niet door het gevaar tegen te houden, maar door je angst weg te nemen, waardoor je zelf het gevaar kunt trotseren,” legde de oude man uit.
“Dus het was wél gevaarlijk en eng?” vroeg het meisje verontwaardigd? “En u heeft me er gewoon op afgestuurd!”
“Was het dat?”
Het meisje dacht even na. “Nee, ik geloof het eigenlijk niet.” En haar gezicht klaarde op.
De oude man zei niets meer en liep verder.
Ze liepen een hele poos. Het meisje dacht ondertussen na over wat er gebeurd was en langzaam drong tot haar door wat de betekenis was. Met de talisman kon ze elk gevaar trotseren en zou ze voortaan heel moedig zijn!
Na een tijdje kwamen ze bij een kloof met beneden een rivier. Erover liep een brug, maar de storm van de vorige avond had die op plaatsen flink toegetakeld. Hij zat nog maar ternauwernood vast in de rotswand. De oude man hield stil. “We moeten terug, hier kunnen we niet verder. Het is te gevaarlijk.”
“Maar we hebben de talisman toch?” sputterde het meisje. “Ik ben niet bang.” En om dat te bewijzen zette ze een stap op de brug. Die brak los onder haar gewicht en als de oude man haar niet vastgegrepen had, was ze met de vallende rotsbrokken mee in het ravijn gestort. Bevend keek ze achterom in de diepte. “Maar ik had de talisman toch?”
De oude man schudde zijn hoofd. “Dit gevaar was echt. Nu had je wel reden om bang te zijn. Je had eerst moeten luisteren naar wat de talisman je vertelde. Je zult in je leven nog vele gevaren tegen komen. Sommige zijn echt gevaarlijk, maar de meeste niet. Een talisman helpt je om het verschil te zien. Als een gevaar alleen maar in je hoofd bestaat, zal hij je angst wegnemen en kun je je weg vervolgen. Maar als een gevaar echt bestaat, zal ook de talisman je angst niet weg kunnen nemen. Angst is door de natuur gemaakt om ons te waarschuwen. Tegen die kracht kan niets op.”
“Maar wat heb ik er dan aan?”
De oude man gaf geen antwoord en daarop stopte het meisje de talisman maar weer in haar zak.
Ze liepen nu stroomafwaarts. Het meisje was verontwaardigd dat de oude man haar voor de gek had gehouden over de werking van de talisman en ze liep mokkend achter hem aan. Waarom was ze dan ook met hem meegegaan?
Na uren lopen kwamen ze eindelijk bij een nieuwe oversteekplaats. Maar wat een beetje vreemd was: hier waren twee bruggen. De ene was heel oud, al honderden jaren, zo vertelde de oude man. De andere was twee jaar geleden gemaakt door de mensen uit het dorp. Het meisje keek angstig van de ene brug naar de andere. Welke moesten ze nu nemen? Die nieuwe zag er niet al te stevig uit en de oude was, nou ja, oud. Wat haar betreft staken ze geen enkele brug meer over. “Misschien moeten we verder lopen tot de volgende brug,” stelde ze voor.
Maar de oude man was onverbiddelijk. “De volgende brug is twee dagen lopen. We moeten een van deze nemen als we op tijd willen zijn.”
Het meisje aarzelde en dacht toen aan de talisman in haar zak. Ze nam hem in haar hand. Er gebeurde niets. Ze keek naar de nieuwe brug en zag dat die nog slordiger gemaakt was dan ze al dacht. Die werd het zeker niet. Maar die andere. Ze bekeek hem nog eens goed. Het bouwsel mocht dan oud zijn, maar het hout zag er nog sterk uit. De constructie was slim en met veel zorg gemaakt. Daar hadden veel sterke mannen maanden, misschien wel jaren aan gewerkt. De storm leek er weinig vat op te hebben gekregen. Misschien zou die brug wel veilig genoeg zijn. Maar de angst kneep haar keel bijna dicht. Ze dacht weer aan de talisman en herinnerde zich wat de oude man had gezegd. Ze moest ernaar luisteren. Maar toen ze dat deed hoorde ze niets.
“Luister met je hart,” adviseerde de oude man toen hij haar zag worstelen. “Een talisman praat niet tegen je oor, hij praat tegen je ziel. Probeer diep van binnen te luisteren.”
Het meisje probeerde het nog eens en nu, ja, nu hoorde, of eigenlijk voelde ze de stem van de talisman. Die zei haar luid en duidelijk dat ze de oude brug kon vertrouwen. Langzaam ebde haar angst weg. Dankbaar keek ze de oude man aan. “We nemen deze,” zei ze zelfverzekerd en begon naar de overkant te lopen. De oude man liep tevreden achter haar aan.
Toen ze op hun bestemming waren aangekomen, vroeg de oude man tot verbazing en teleurstelling van het meisje de talisman terug.
“Maar u had hem toch niet meer nodig?”
“Nee,” zei de oude man, “maar jij ook niet.”
“Ja maar, ik heb hem wel nodig, dat heeft u zelf gezien!”
“Je hebt niet deze talisman nodig. Je weet nu hoe het werkt. Voortaan kan alles je talisman zijn. Als jij ernaar luistert, zal het tot je spreken. Maar ik raad je aan om er een te kiezen die je nooit kunt kwijtraken.”
“Ja maar,” zei het meisje, “alles kun je kwijtraken.”
“Niet alles,” zei de oude man geheimzinnig.
Het meisje boog haar hoofd en dacht diep na. Wat heb je altijd bij je en kun je nooit kwijtraken?
Opeens wist ze het. Maar toen ze opkeek om de oude man te vertellen wie haar talisman zou worden, was hij verdwenen.