zondag 6 oktober 2019

Het ijsvogeltje

Als ik in de problemen kom, kun je er donder op zeggen dat er acceleratie in het spel was. Versnelling, van mijn denken vooral, maar ook van mijn doen, bewegen, ademen. Gisteren, tijdens het wandelen, vertraagde ik dus weer eens bewust mijn pas. En mezelf. Acuut zag ik de hemelblauwe flits van een ijsvogeltje over de sloot naderen, de hoek omvliegen en in de verte verdwijnen. (Of was het Superman?) Wie het ook was, het vertelde me: trager is goed. Vergenoeglijk wandelde ik nog trager voort, met deze speciale (misschien wel van Superman in hoogst eigen persoon afkomstige) boodschap in mijn kielzog. Tot ik me snuivend, en versnellend, bedacht: "tsss, moet je horen wie het zegt!!!" Om daarna maar weer nederig terug te keren tot het tempo van mijn menselijkheid. Ik ben nu eenmaal geen Superman. En zeker geen ijsvogeltje.

zaterdag 10 augustus 2019

Bladwantswand tussen de bladeren

Twee jaar geleden kregen we het in ons bol om een muur te metselen onderaan het taludje in onze voortuin aan de dijk, om de ruimte erachter op te vullen met aarde en zo een border op hoogte te creëren. Het moest zo'n gezellig scheef, oud Frans muurtje worden.

Speurend naar gebruikte stenen op Marktplaats, stuitte ik op een partij heel oude, dikke kloostermoppen. Die mochten nota bene gratis worden opgehaald. Dat was niet tegen doveman's oren gezegd. Mijn lief naar Utrecht. Met de kruiwagen vele malen op en neer door het hippe herenhuis van de 'verkoper' . En tweemaal, met een misschien toch net iets te zwaar geladen auto, terug de polder in.

Onze zomervakantie bestond dat jaar, naast lunchen in het zonnetje, uit metselen. Lekker speels, lekker scheef. Gewoon een beetje aanklooien eigenlijk. Wel hadden we vooraf een heel stevige constructie gemetseld van stenen bielzen die we uit de afvalcontainer van de lokale tegelhandel hadden 'gered'. De kans zou anders groot zijn dat, bij de eerst volgende voorbij denderende vrachtwagen, ons muurtje geheel en al naar voren zou kieperen, met enkele aanhangwagens grond in zijn kielzog. Ja, degelijkheid en creatief avontuur waren goed met elkaar in balans in dit project. Wat een plezier hadden we ermee. Het was een top vakantie in eigen tuin.

In de muur moest ook een nisje met een zitje komen. En in dat nisje, zo bedacht ik later, moest een mozaïek komen. De inspiratie stroomde verder en een telefoonfoto van een heel mooi, klein groen bladwantsje, werd een schets, een tekening met toevoeging van eigen ontwerpdetails, een opgeschaalde tekening, een carbonkopie op watervast stucboard en het mozaïeken kon, na een bezoek aan de snoepwinkel in Rotterdam, Mozaiekhuis In Vuur en Vlam, beginnen.

Gezien mijn grote lichamelijke beperking van de voorgaande jaren (even voor de volledigheid: het metselen was voor mij maar een uurtje per dag en ook niet elke dag. En de tweede rit naar Utrecht deed mijn lief alleen, omdat ik voor een paar dagen uitgeschakeld was na de eerste), kon ik het heerlijk priegelige mozaïeken met glas niet lang achter elkaar. En op vele dagen gewoon helemaal niet. En dus kostte het me, met veel geduld (dat kun je dus echt leren, hé) en volharding, bijna twee jaar om het te voltooien. 

Overigens gingen er op het laatst ook weken, zelfs maanden voorbij, waarin ik aan het kauwen was op de vorm en kleur van het laatste onderdeel: de vleugels. Steeds weer schetsjes makend en proefjes leggend (dít moet het worden, nee toch niet). Ik ben blij dat ik met voltooien heb gewacht tot het ontwerp voor mijn gevoel echt klopte.

En dan voegen! Wat een avontuur is dat. De keuze voor de voegkleur was nog niet gemakkelijk. Met het professionele advies van Monica van In Vuur en Vlam, heb ik een goede keuze kunnen maken. Een heel donkere grijs, die de kleuren goed laat uitkomen. Het voegen blijkt een heerlijk werkje. Maar spannend! Het werk ondergaat een complete metamorfose door toevoeging van al die zwarte lijnen. Hoe zou dat uitpakken? Geweldig, zo bleek. Wat ben ik blij met het eindresultaat!

Na precies twee jaar konden we nu het mozaïek, nadat ik het uitgezaagd had met een steenfiguurzaag (ik krijg zulke leuke cadeautjes van mijn lief) tegen de met cement gestucte wand van het nisje lijmen. En daaromheen een laatste stuclaag van cement aanbrengen, zodat het glasmozaïek helemaal in de muur zit, alsof het in het cement gedrukt is. Et voila! Dit is 'm dan. Mijn bladwants. Helemaal op z'n plekkie in de wand, tussen de bladeren.

Er wacht nu nog één klusje. Namelijk het metselen van het zitje, uit stenen van de oude kasteelmuur in mijn geboortedorp, die mijn vader daar hondsbrutaal en met veel liefde voor me gejat heeft.