vrijdag 22 juli 2011

Back in business

Als paddenstoelen zijn mijn fotoblogs de afgelopen maanden uit de grond geschoten. En nu heerst er al een week of wat radiostilte. Mijn moeder had het al snel door: Marieke is met iets anders bezig. En dat klopt.

Ik ben weer aan het werk!

Nu zal dat voor de meeste mensen nogal logisch klinken, maar dat was het voor mij lange tijd niet. Want de afgelopen maanden was ik herstellende van een zware burn out, die bijna twee jaar geleden begonnen is. Zo enthousiast als ik de laatste maanden heb kunnen fotograferen en bloggen, zo weinig kon ik in de anderhalf jaar daarvoor. Eigenlijk kon ik vrijwel niets, behalve wandelen, heel veel wandelen. Ik zal daarover niet uitweiden, het was een hele zware en angstige tijd, maar het is voorbij. Ik heb het, zonder medicijnen en door te werken aan de oorzaken, overwonnen. En ik ben er duizend maal sterker en wijzer uitgekomen.

Sinds ik in februari van dit jaar ontslag heb genomen, om op mijn manier te kunnen herstellen (en niet als een robot, zoals de tegenwoordige wetgeving dat zo’n beetje van je eist), is het gestaag beter met me gegaan. Veel sneller dan ik had durven hopen. En nu is het tijd om voorzichtig te gaan verwezenlijken wat al een aantal jaren mijn droom is: mijn eigen onderneming als freelance schrijver/journalist.

Ik heb een plan en sinds deze week werk ik daar elke dag twee uur aan: onderwerpen bedenken voor artikelen, research doen, interviews plannen en afnemen en natuurlijk schrijven. Ik werk toe naar een klein portfolio dat ik wil voorleggen aan een aantal ervaren schrijvers. Even checken waar ik sta. Op basis daarvan bepalen welke cursus ik nog wil doen. En bepalen wat op dit moment, met mijn huidige schrijfniveau, een haalbare markt is om mijn schrijfkunsten en artikelen op aan te bieden. Ondertussen wennen aan de structuur en kijken of ik het aantal werkuren langzaam kan opbouwen. En vooral naar mijn lichaam blijven luisteren en geen grenzen meer overschrijden die niet overschreden moeten worden. Volop uitdaging!

Twee uur per dag lijkt niet veel, maar ik kan er nog niet zo veel naast doen, zeker niet met mijn hoofd. Fotograferen komt er dus even niet van. Dat vind ik wel jammer, want ik was net zoveel aan het leren. Maar er moet ook weer eens brood op de plank komen. En hoe leuk fotografie ook is, het blijft voor mij hobby. Schrijven is mijn vak.

Het is tijd om mijn professionele leven de aandacht te gaan geven die het stiekem al heel lang vroeg. En dat bevalt me nu al enorm goed!

donderdag 7 juli 2011

Nog een dagje Biesbosch: oerhollands oerwoud en bevers

Kajakkend door de Biesbosch waan je je in een jungle duizenden kilometers ver van huis. Het doolhof van water en eilanden doet me nog het meest denken aan een mini Amazonegebied. Ondiepe kreken kronkelen zich een weg door eindeloze rietkragen, afgewisseld door brede killen met ondoordringbaar struikgewas op de oevers. Regelmatig moet je zigzaggen langs omgevallen bomen en uitstekende wortels, waartussen algen spookachtige groene webben hebben gespannen en waar enorme zwarte holen al vele generaties ratten en andere oeverdieren huisvesten. De vogels lijken er talrijker en luider te zingen dan elders. En de insecten lijken net even groter, zoals de muskusboktor die inclusief sprieten wel twaalf centimeter was.















De Biesbosch mag on-Nederlands aandoen, toch is niets minder waar. Het waterrijke gebied is in 1421 dan wel ontstaan door een grote overstroming, maar zijn huidige vorm dankt de Biesbosch aan dat waar Nederlanders goed in zijn: beheersing van het waterpeil. Toen vanaf 1970 de Haringvlietsluizen de getijden tegenhielden, verdween de oude griendcultuur en kreeg de natuur vrij spel. Maar ook nu nog wordt het onder water zetten of juist droogleggen van bepaalde delen gebruikt om de natuur een handje te helpen. Naast de bekende bever leven er inmiddels talloze bijzondere vogelsoorten, zoals zilverreigers, lepelaars, de visarend en de zeearend.

Een zilverreiger langs de waterkant. Fotograferen vanuit een kajak bleek overigens lastiger dan gedacht. Je bent prachtig op ooghoogte met de meeste dieren, maar stilliggen is bijna onmogelijk, zowel in horizontale als vertikale richting.
De Noordwaard, voorheen een agrarische polder, is de afgelopen jaren teruggegeven aan de natuur.














De meest geheimzinnige waterwegjes mag je volgens de kaart niet in en vaak kan dat ook niet, door boomstammen die meter na meter de doorgang blokkeren. Wat jammer is, maar wat ook de fantasie voedt dat je ronddoolt in een gebied dat nog veel wilder is dan je al dacht. Hoe spannend was het dus toen we een kreekje tegenkwamen dat niet op de kaart stond. Natuurlijk gingen we daarin. En natuurlijk leek het nog mooier en ongerepter dan alles wat we tot dan toe gezien hadden, alleen maar doordat het buiten de gebaande paden lag. En natuurlijk hoorden we daar iets ritselen.















Langs de oevers van die geheime kreek leken nóg meer vogels te kwetteren en nu kon je ze ook zien. Ik dacht dus dat het geritsel in een bos gele lissen ook wel een vogel zou zijn. Zachtjes lieten we de kajak er naartoe drijven, want er is niets leukers dan verstopte dieren besluipen in de hoop ze te zien en fotograferen. Maar opeens begonnen de planten te schudden en hoorden we luid geknaag. Ik hield m’n adem in. Wat zat daar aan zijn diner? Voor een muis of rat klonk het geluid veel te hard. Dit dier moest enorme tanden hebben. Maar een konijn zou niet snel aan de waterkant komen eten. Zouden we het geluk hebben op klaarlichte dag een bever aan te treffen? We wachtten doodstil af, hopend dat het dier zich liet zien. Ik met mijn camera in de aanslag, terwijl Marco probeerde de kajak op zijn plek te houden. De pol lissen bleef maar schudden en beven en het klonk alsof die in zijn geheel omver werd geknaagd. Na tien minuten, die wel een uur leken, kwam het geritsel opeens dichterbij en heel even verscheen er een bruin snuitje met een zwart neusje en een zwart oogje tussen de bladeren. Maar nog voor ik iets kon doen was het weer weg. Waren we gesnapt?

Maar het geknaag ging gewoon weer door en dus wachtten we opnieuw, terwijl mijn hart bonsde in mijn keel. Ik hoopte vurig dat ik nog een tweede kans zou krijgen om een foto te maken van wat toch wel verdacht veel op een bever leek. Hij moest toch ééns terug gaan naar zijn hol? En inderdaad had het dier op een gegeven moment zijn buik vol. Het geritsel kwam weer onze kant op en nu kwam hij in zijn geheel tussen de struik vandaan en begon te zwemmen. Ik klikte erop los.















Even verderop klom het dier aan wal en verdween daar in het groen. We besloten verder te varen en later terug te komen om te zien of hij er dan weer zat. En dat was het geval, etend op de kant. En dus kon ik nog een paar plaatjes schieten. Toen we te dichtbij kwamen dook hij onder, maar kwam aan de overkant van de kreek weer boven en ging daar vrolijk verder, wat nog meer plaatjes opleverde. Een bever! Ik had een bever op de foto!















Helaas pindakaas bleek de bever eenmaal thuis geen bever maar een muskusrat. Hij had achteraf ook wel een erg smalle staart en was eigenlijk ook te klein voor een bever. Maar ook een muskusrat heb ik nog nooit gezien, laat staan gefotografeerd. Dus niks helaas. Ze zijn allebei enorm schattig en lijken veel op elkaar. Behalve dan dat de bever speciaal is uitgezet in de oerhollandse Biesbosch, terwijl de muskusrat juist wordt bestreden omdat hij onze oerhollandse dijken ondergraaft. Maar bever of muskusrat, ik ben hartstikke blij met m’n plaatjes en heb weer een geweldig avontuur beleefd in ons oerhollands oerwoud!