zaterdag 14 november 2020
woensdag 11 november 2020
woensdag 4 november 2020
donderdag 8 oktober 2020
dinsdag 30 juni 2020
Kopen, kopen, kopen: wol en... wespen (en een klein reisje naar de maan)
De afgelopen maanden heb ik zeer consequent aan Project Hersenspinsels gewerkt. De voor(d)raad vliegt er doorheen. Omdat ik geen energie heb om weer overal en nergens schapenvachten te gaan bekijken, heb ik de Wolplantage benaderd met de vraag of zij de tinten die ik nodig heb, op voorraad hebben. Ook zij verzamelen hun vachten bij kleinschalige schapenhouders. Vandaag is mijn stalenkaart op de post gegaan ter indicatie. Ik ben benieuwd!
Ondertussen is het project de afgelopen twee weken maar weer eens in anti-motten-quarantaine gegaan. Ik span dan een plastic bouwzeil om het werk heen en hang in die afgesloten ruimte gif casettes. Ik ben eigenlijk fel tegen het gebruik hiervan, maar voor dit project zit er niets anders op. Het is te groot en kwetsbaar om te kunnen bevriezen of wassen. En er zit zóveel werk in en heeft zo'n waarde voor me, dat ik me bij uitzondering het gif permitteer. Wellicht was dit echter de laatste keer, want vorige week zag ik een andere oplossing: sluipwespen. Die minuscule beestjes schijnen feilloos de motteneitjes op te sporen, en leggen er dan hun eigen eitjes in. Einde motjes, zonder aantasting van het materiaal, of het milieu. Dus ook hier: ik ben benieuwd!
Naast al deze praktische activiteit, heb ik toch ook weer een mooi symbolisch inzicht opgedaan. Hoe meer je namelijk richting de uitersten van licht en donker gaat, hoe minder verschil er zichtbaar wordt in de warmte van de kleur. En in het uiterste "wit" en "zwart" (tussen aanhalingstekens, want echt zwart en wit is er niet in natuurtinten, natuurlijk), is het onderscheid tussen roder of grijzer helemaal weg. Terwijl in de middelste tinten het verschil tussen de warme en koele tonen veel helderder is, en daar het helderste "rood" te vinden is.
N.B. Dan heb ik het dus over het natuurlijke kleurspectrum der schapenvachten, niet over de kleurenleer van Itten, hoewel ik wel door de bril van dat systeem kijk, met zijn onderscheid tussen licht en donker, warm en koel, helder en grauw)
Zo zie je dus hoe, daar waar we vaak denken dat het allemaal vooral te beleven is in de extremen, ver van het saaie gemiddelde, er ook in dat midden juist weer andere prikkels te ervaren zijn. Het is maar net voor welke dimensie je je ogen opent. Lang leve de kleurenleer! Kunst leren kijken (en maken natuurlijk) is wat dat betreft een enorm waardevolle vaardigheid. Net zoals een bioloog hele werelden (met daarin de spannendste soap's) aanschouwt in wat voor een ander mos, en niet meer dan dat, is. Hoe meer je ergens in verdiept, hoe meer er zich een nieuw universum voor je opent, dat ook je kijk op alle andere zaken verrijkt.
Zo kan leven op de vierkante milimeter boeiend en spannend zijn als een reis naar de maan.
Ondertussen is het project de afgelopen twee weken maar weer eens in anti-motten-quarantaine gegaan. Ik span dan een plastic bouwzeil om het werk heen en hang in die afgesloten ruimte gif casettes. Ik ben eigenlijk fel tegen het gebruik hiervan, maar voor dit project zit er niets anders op. Het is te groot en kwetsbaar om te kunnen bevriezen of wassen. En er zit zóveel werk in en heeft zo'n waarde voor me, dat ik me bij uitzondering het gif permitteer. Wellicht was dit echter de laatste keer, want vorige week zag ik een andere oplossing: sluipwespen. Die minuscule beestjes schijnen feilloos de motteneitjes op te sporen, en leggen er dan hun eigen eitjes in. Einde motjes, zonder aantasting van het materiaal, of het milieu. Dus ook hier: ik ben benieuwd!
Naast al deze praktische activiteit, heb ik toch ook weer een mooi symbolisch inzicht opgedaan. Hoe meer je namelijk richting de uitersten van licht en donker gaat, hoe minder verschil er zichtbaar wordt in de warmte van de kleur. En in het uiterste "wit" en "zwart" (tussen aanhalingstekens, want echt zwart en wit is er niet in natuurtinten, natuurlijk), is het onderscheid tussen roder of grijzer helemaal weg. Terwijl in de middelste tinten het verschil tussen de warme en koele tonen veel helderder is, en daar het helderste "rood" te vinden is.
N.B. Dan heb ik het dus over het natuurlijke kleurspectrum der schapenvachten, niet over de kleurenleer van Itten, hoewel ik wel door de bril van dat systeem kijk, met zijn onderscheid tussen licht en donker, warm en koel, helder en grauw)
Zo zie je dus hoe, daar waar we vaak denken dat het allemaal vooral te beleven is in de extremen, ver van het saaie gemiddelde, er ook in dat midden juist weer andere prikkels te ervaren zijn. Het is maar net voor welke dimensie je je ogen opent. Lang leve de kleurenleer! Kunst leren kijken (en maken natuurlijk) is wat dat betreft een enorm waardevolle vaardigheid. Net zoals een bioloog hele werelden (met daarin de spannendste soap's) aanschouwt in wat voor een ander mos, en niet meer dan dat, is. Hoe meer je ergens in verdiept, hoe meer er zich een nieuw universum voor je opent, dat ook je kijk op alle andere zaken verrijkt.
Zo kan leven op de vierkante milimeter boeiend en spannend zijn als een reis naar de maan.
dinsdag 5 mei 2020
De helderheid van het plexiglas
Ik schreef een brief aan het plexiglas. En kreeg nog antwoord ook...
Geacht Plexiglas,
U beschermt de kassière en mijzelf tegen eenzame verstikkingsdood, verlies van geliefden voor altijd zonder afscheid, en doodziek aankloppen op gesloten deuren van overvolle ziekenhuizen. Dankzij u kan ik mijn voedsel nog vergaren en zij het hare betalen. Uw verdienste is glashelder.
Hoewel u dat zelf ook bent, brengt u mij in verwarring. U maakt namelijk, dat de kassière en ik als gekooide dieren zenuwachtig langs u heen en weer drentelen. Ieder in ons eigen aquarium. Daar waar we gewend waren om samen vrij te kunnen zwemmen in één en dezelfde oceaan van miljarden anderhalve meters groot. We zoeken instinctief naar een grotere opening waarvan we weten dat die er niet is. We zijn iets kwijt dat nóg zoveel meer is dan vrijheid, verbinding en het vertrouwde.
Dat stemt me steeds droeviger.
Ik moet u zeggen dat ik het eerst niet eens zo doorhad. Ik was te enthousiast over de doortastendheid van uw nieuwe eigenaar. Te bezorgd over te veel. Te druk met proberen het juiste te doen, en met erachter te komen wat dat überhaupt is. Te verdoofd door alle gebeurtenissen, informatie en veranderingen die op mij af komen. Om nog te kunnen voelen wat er gebeurt met mij als mens, voorbij de stress. Niet dat het helemaal niet voelbaar was, hoor. Een voortdurend unheimisch gevoel was duidelijk aanwezig. En ik wist dat dat niet alleen ging over de dreiging van ziekte en dood. Maar het bleef ongrijpbaar. Ik kon er nog niet bij komen.
Het is alsof ik nu langzaam ontwaak uit de nachtmerrie, die geen droom blijkt te zijn. Alsof ik nu pas kan bevatten, dat u niet binnenkort weer weggehaald wordt, en wat dat betekent.
Ik voel een groot verdriet, over kilte en afstand, die nóg zo oneindig veel verder gaan dan het gemis van knuffels met vrienden en familie. Ze zijn overal. Ze sijpelen door alle geledingen van ons dagelijks en minder dagelijks leven.
Het maakt dat ik met lippenstift zoenen en gedichten op u wil achterlaten. Ik wil u met mijn adem doen beslaan en daar hartjes en smiley’s in tekenen, heel veel. Maar dat is geen goed idee, he? Ik wil u dan in elk geval beplakken met stickers, zodat de vrije vogels niet tegen u te pletter vliegen. Of met de vrolijke boerderij-autoruit-plakplaatjes die mij doen denken aan onbezorgde vakanties ver weg, waar alles goed en vredig is.
Ik wil u zo graag veranderen. Uw glans bezoedelen, al is het maar een beetje. Iets minder transparantie zou mij gek genoeg een vertrouwder beeld geven.
Het is uw steriliteit die acuut onze longen redt.
Maar wat doet deze sluipenderwijs met ons hart?
In afwachting van uw reactie verblijf ik,
Hoogachtend en met hartelijke groet,
Marieke Vissers
***
Geachte mevrouw Vissers, beste Marieke,
Besef dat de mens veerkrachtig en eindeloos inventief is. En dat het leven altijd en overal nieuwe mogelijkheden biedt. Ook, juist, voor het goede. Als er ergens een deur sluit, gaat er ergens anders een open. Je hoeft alleen maar je blik vooruit te richten. Dan zie je de opening vanzelf. (Iets wat overigens niet lukt als je terug blijft kijken naar de gesloten deur.)
En besef, Liefde overwint alles. Liefde kan niet kapot. Als de vormen waarin ze zichtbaar was, verdwijnen, verdwijnt nog niet de Liefde zelf. Die beweegt eeuwig voort in de harten van de mensen en in al wat leeft. En zal met haar immense kracht nieuwe wegen naar buiten vinden, en nieuwe vormen en verbindingen creëren.
Dat is de mens op zijn/haar best!
Er verandert nu veel en snel. Het leven bestaat uit verandering en aanpassing, als een rivier die soms rustig kabbelt en dan weer in een stroomversnelling raakt, soms zelfs woest en hevig. Dat IS leven. Als je daarnaar kijkt met enkel angst en afwijzing, is alles wat je zult zien verlies en mogelijke problemen. Die zullen dan geheid waarheid worden. Zo zul je verbitteren en de wereld zal een nare plek worden.
Als je kiest om te kijken met vertrouwen, open je je vizier en je hart en zijn de mogelijkheden vol goedheid, schoonheid en Liefde legio en binnen handbereik.
Vertrouw Liefde. Vertrouw de Mens. Vertrouw het Leven. Vertrouw Jezelf.
Alles wat er gebeurt, hoort bij het leven. Ga niet stilstaan in ontkenning, verzet en angst. Beweeg met wat er is. Leef met wat er is. Creëer met wat er is. Wees moedig.
Jij bent het, die bepaalt hoe het wordt.
Niet ik.
Met heldere, lichte en liefdevolle groet,
Het Plexiglas
P.s. uiting geven aan je gevoelens en verlangens, zoals je deed in je brief aan mij, is daarbij net zo belangrijk als bewust positief vooruitkijken en voortbewegen. Want zolang je je gevoelens wegstopt en ze geen ruimte geeft, kun je niet werkelijk verder. Dan sjouw je te veel ballast mee. En ga je alles steeds meer zien door de grauwe bril van opgekropte pijn.
Voelen en uiten zijn echter wel iets anders dan oeverloos praten en sippen. Praten en zelfs huilen kunnen een vlucht zijn voor het werkelijk voelen van de pijn (en tegelijk kunnen beide wél een manier zijn, het zit hem in de interne verbinding waarmee het gebeurt). Goed doorvoelen geeft verwerking, waarna er weer ruimte komt voor de antwoorden waarmee je verder kunt. Die antwoorden kun je logischerwijs alleen vinden door de bron van je gevoelens recht aan te kijken en helemaal onder ogen te zien. En dat lukt alleen als je niet wegkijkt om je gevoelens, die daarbij onvermijdelijk voelbaar worden, te ontduiken.
In een situatie die snel en hevig is, kan dat vaak niet direct, zoals je ook nu ervaren hebt. Dat is een waardevol beschermingsmechanisme. Maar het is van wezenlijk belang dat je op zeker moment de confrontatie aangaat. En je in verbinding met je lichaam, hart en ziel, tijd en aandacht besteed aan wat er in je leeft.
Aan een ieder zou ik willen zeggen: geef daar prioriteit aan, hoe hectisch het leven ook is. Vertrouw erop, dat je wel een manier vindt (en durf daarbij zo onconventioneel en assertief te zijn als nodig). Niet alleen datgene wat gebeurt, maar ook hoe je er zelf mee omgaat, is bepalend voor je welzijn. En op dat laatste heb je wél invloed. Als je die verantwoordelijkheid voor jezelf neemt, maak je honderdtachtig graden verschil. Voor jezelf én voor iedereen om je heen.
dinsdag 7 april 2020
Vandaag is rood... onthaasting
Vorig jaar (herstel, twee jaar geleden alweer) werd bij Project Hersenspinsels duidelijk dat ik in de warme nuances een tekort aan draad zou gaan krijgen. Ik moest dus terug aan het spinnenwiel. Dat had ik niet verwacht, na al die kilometers draad die ik geproduceerd heb in 2014. Of ik de juiste vacht nog zou kunnen vinden? Vooral van de middelste (en dus helderste rode) tonen uit het warmere kleurspectrum der schapenvachten, zou ik flink meer materiaal nodig hebben. Wol die lastig te vinden is.
Ik benaderde enkele schapenhouders, maar zij konden me niet verder helpen. Ook bij levenaciers van machinale viltwol vond ik niet wat ik nodig had (ik gebruik sowieso liever lokale, ruwe wol). Ik toog naar Tineke van Vilt en Vezels, die driftig voor me aan het zoeken sloeg in haar voorraad. Maar de juiste kleuren zaten er niet bij. Alles was nog te grijs, vergeleken bij de wol van Coburger Fuchs, Solognote, Karakul en een voskleurige Ouessant, die ik eerder had gebruikt. Tot zij op de valreep een ingeving kreeg en achter uit een kast een trommel haalde met nog enkele grammetjes prachtige voskleurige wol, van vermoedelijk ook Coburger Fuchs en Karakul. Yes! Zeker niet de gemakkelijkste om te spinnen, wat ik bovendien al weer een jaar of twee niet gedaan had. Maar na een verrassend korte fase van gepruts verschenen de eerste strengen dunne draad alweer op de spoel. Lekker om te doen weer!
Wat eerst voelde als 'shit, vertraging', werd nu 'natuurlijk', met een gevoel van onvoorwaardelijke toewijding. Ik leer steeds meer mijn efficiente A naar B denken, willen en moeten, los te laten en de natuurlijke loop, ritme en tempo van de processen te laten zijn.
Daarna volgde een pauze van ruim een jaar, waarin Project Hersenspinsels en ik elkaar even weinig te vertellen hadden (al was de liefde er niet minder om) en ik in heel andere materialen werkte. En ook dat was goed, in alle vertrouwen. Onlangs heb ik de draad weer opgepakt. Nieuw materiaal spinnen en verse twijgen rijgen van de bestaande voor(d)raad, wisselen elkaar af.
Het ziet ernaar uit dat ik het ook met deze wol niet ga redden. Maar het is nu scheerseizoen. En ach, of het project nou acht, negen of tien jaar duurt, in plaats van de verwachte één ("een héél jaar?!"), dat maakt (bijna) helemaal niet meer uit.
Ik benaderde enkele schapenhouders, maar zij konden me niet verder helpen. Ook bij levenaciers van machinale viltwol vond ik niet wat ik nodig had (ik gebruik sowieso liever lokale, ruwe wol). Ik toog naar Tineke van Vilt en Vezels, die driftig voor me aan het zoeken sloeg in haar voorraad. Maar de juiste kleuren zaten er niet bij. Alles was nog te grijs, vergeleken bij de wol van Coburger Fuchs, Solognote, Karakul en een voskleurige Ouessant, die ik eerder had gebruikt. Tot zij op de valreep een ingeving kreeg en achter uit een kast een trommel haalde met nog enkele grammetjes prachtige voskleurige wol, van vermoedelijk ook Coburger Fuchs en Karakul. Yes! Zeker niet de gemakkelijkste om te spinnen, wat ik bovendien al weer een jaar of twee niet gedaan had. Maar na een verrassend korte fase van gepruts verschenen de eerste strengen dunne draad alweer op de spoel. Lekker om te doen weer!
Wat eerst voelde als 'shit, vertraging', werd nu 'natuurlijk', met een gevoel van onvoorwaardelijke toewijding. Ik leer steeds meer mijn efficiente A naar B denken, willen en moeten, los te laten en de natuurlijke loop, ritme en tempo van de processen te laten zijn.
Daarna volgde een pauze van ruim een jaar, waarin Project Hersenspinsels en ik elkaar even weinig te vertellen hadden (al was de liefde er niet minder om) en ik in heel andere materialen werkte. En ook dat was goed, in alle vertrouwen. Onlangs heb ik de draad weer opgepakt. Nieuw materiaal spinnen en verse twijgen rijgen van de bestaande voor(d)raad, wisselen elkaar af.
Het ziet ernaar uit dat ik het ook met deze wol niet ga redden. Maar het is nu scheerseizoen. En ach, of het project nou acht, negen of tien jaar duurt, in plaats van de verwachte één ("een héél jaar?!"), dat maakt (bijna) helemaal niet meer uit.
Abonneren op:
Posts (Atom)