Kom maar op herfst. Het was een cadeautje om de afgelopen dagen nog tot 's avonds laat te kunnen bbq-en op een kampvuur langs de rivier. Wat is dat toch heerlijk van deze omgeving. Ik heb hier niet alleen het oneindig uitgestrekte polderlandschap tot mijn beschikking met al haar planten en beestjes en natuurgebiedjes. We hebben ook nog eens een verscholen strandje om de hoek, waar je je, zittend in het bijna witte zand en ingesloten door metershoge rietkragen, bijna op een onbewoond eiland waant. Het rivierwater dat het strandje op komt rollen met het ritme van het tij en de paadjes die bezaaid liggen met duizenden zoetwaterschelpen, maken het idyllische plaatje compleet. Je kunt er ongestoord een kampvuurtje bouwen van aangespoeld hout, bbq-en en nu het al zo vroeg donker is, urenlang romantisch samen staren in de vlammen. De perfecte afsluiting van zo'n koude en natte zomer.
Maar nu zijn mijn lichaam en geest klaar voor het volgende seizoen. Laat de najaarsstormen maar losbarsten, laat de regen maar striemen tegen de ramen en de wind maar rukken aan ons honderd jaar oude huisje, tot het piept en kraakt. Ik steek de kaarsjes wel aan, kruip onder een dekentje en warm mijn handen aan een grote mok thee, of... chocolademelk met slagroom. Na een half jaar tuin- en buitenpret, is de herfst het seizoen om te genieten van ons knusse huisje. Ons home made home, want heel veel is zelf in elkaar geknutseld. Bij wijze van voorpret een kleine collage.
Door mijzelf gefiguurzaagd uit plaatjes berkenbast, prijken deze letters als huis-tuin-en-keuken-poezie boven de deuropening. Om mijn lief en mij eraan te herinneren waar het ooit allemaal mee begonnen is, tussen ons, en dat we, hoe slecht het ons materieel ook mag gaan, als het erop aankomt weinig meer nodig hebben dan onszelf, elkaar en een kop warme chocolademelk met slagroom.
Als je blut bent en toch wilt verven, zit er maar één ding op: zelf verf mengen uit restjes. Wat een lol hebben we hiermee gehad en wat een heerlijk kleurtje is eruit gekomen. Wordt verkocht onder de naam koraalrood. Ik begin steeds meer de zin in te zien van mijn liefs bewaardrift.
Ook mosterdgeel kun je gewoon zo in de winkel kopen, maar werd in dit geval het resultaat van een kleurexperiment. Conclusie: geen wit toevoegen geeft weliswaar een intense kleur, maar schildert erg vlekkerig. Het schilderij is een batikdoek die ik ooit gekocht heb op Java. De lijst heb ik zelf in elkaar gesjord met touw en bamboestokken die vriendlief nog had liggen. Kwamen de scoutingskills van vroeger toch nog eens van pas. Het masker kocht hij op Bali. Samen gaan wonen kan een enorme stijlenstrijd opleveren, maar ons huis werd direct een heerlijk harmonieus allegaardje.
Schappen maakten we van steigerhout en kasten van gestapelde bollenkratten.
Eigen fotowerk van de lokale poldernatuur hangt aan de muur
Een echte blikvanger is de lamp boven de zithoek, helemaal ontsproten aan de creativiteit van Marco. Een verroeste vuurkorf (die hij van mij niet mocht schuren, want dat roest kleurt zo mooi in het licht) bleek ondersteboven een prachtige vorm voor een lampenkap. Die hing hij aan een al even verroest stuk ketting van het anker dat buiten in de tuin ligt. En tegen het plafond ging de dop van een oude melktuit. Vooral het contrast met de glimmende design kroonluchter verderop boven de eettafel vind ik geweldig.
Nu ik toch aan het opscheppen ben over mijn superhandige vent: de boeiboorden en windveer heeft hij eigenhandig vernieuwd. En van de honderd jaar oude en tig keer geverfde planken maakten we...
...een nieuw tafelblad voor de eettafel. Marco wilde ze hergebruiken voor de boeiboorden van de aanbouw. Maar toen ik ze zo geschuurd zag liggen kon ik niet anders dan ze op de valreep redden van de witkwast. Dit doorgeschuurde uiterlijk is zó mooi! Te meer in de wetenschap welk verhaal erachter schuil gaat.
En dan is er nog de oh zo guitige bloembak waarmee mijn lief eenieder die hem kent versteld heeft doen staan. Ze dachten allemaal dat het ontwerp van mijn hand was, maar ik heb er niets maar dan ook niets mee te maken gehad.
Eigenlijk ben ik gewoon apetrots op en vooral superblij met ons bijzondere dijkhuisje uit 1903. Ik heb jarenlang volgehouden dat ik nooit meer zou gaan samenwonen, dat ik daar niet voor gemaakt ben. En ik riep al op mijn twaalfde dat ik na mijn studie nooit meer uit de stad weg en terug naar het platteland zou gaan. Maar waar en hoe ik nu woon, met mijn lief in de polder, voel ik me meer thuis dan ik ooit ergens thuis ben geweest. Dat ligt aan de man en aan de plek, maar nog het meest aan mezelf. Want als je maar leeft vanuit je hart, dan kan thuis overal zijn.
heerlijk zo,n thuisje
BeantwoordenVerwijderenwat heb je toch een super mooi huisje! ben er helemaal gek van!
BeantwoordenVerwijderenJa mooi woord Bas!
BeantwoordenVerwijderenNou Eef, wie weet gaan wij wel verhuizen tegen de tijd dat jij jouw eerste huis gaat kopen... zal je ff bellen voor het op Funda gaat ;) (al wil ik er zelf eigenlijk nooit meer weg)