"Als ik het niet leuk vind wat jij doet, is dat nog geen reden om aan
art.1 te tornen. Dát is de onvoorwaardelijkheid die ons allen onze
veiligheid en integriteit biedt, al vraag ik me soms af of mensen nog
wel beseffen hoe ongelofelijk essentieel dit is, juist voor de vrijheid
en vrede die sommigen zo fanatiek proberen te verdedigen."
Of het
nu onze karaktertrekken zijn, onze waarden, onze voorkeuren, onze
ervaringen of onze fysieke kenmerken, veel aspecten van ons mens zijn,
zijn in hun voorkomen waar te nemen als wat wetenschappers de 'normale
verdeling' noemen: een grote meerderheid die in het gemiddelde van een
aspect met elkaar overeenkomt (de meeste mensen lusten wel een patatje),
geflankeerd door enigszins afwijkende, nog steeds veelvuldig
voorkomende varianten van dit aspect (best veel mensen vinden patat
lekker en best veel mensen vinden het niet lekker), uiteenlopend tot
uitersten die uitzonderlijk zijn (een minderheid is verslaafd aan patat
of walgt al bij de gedachte). Visueel in een grafiek is dit te zien als
een lijn die vanaf de nullijn eerst langzaam en dan steeds steiler
stijgt, over een hoogtepunt heen buigt en dan in spiegelbeeld verloopt,
terug naar de nullijn. Deze parabool kan in vorm verschillen door meer
of minder scheef lopen, of spitser of platter te zijn, maar de
essentiële vorm van een top aflopend naar uiteinden op de nullijn, zie
je meestal nog wel terug.
'Normaal' zoals dat in de volksmond
gebruikt wordt, in de zin van de enige juiste variant (doe 's normaal),
bestaat niet (want wie weet nu werkelijk hoe het hoort?). Normaal zegt
slechts iets over gemiddeldheid en veelvuldigheid waarin een
verschijnsel voorkomt. Uitzonderingen zijn net zo natuurlijk, en dus net
zo juist, als de gemiddelde meerderheid. Deze laatste kan slechts
bestaan bij gratie van de uitzonderingen. En andersom. Ze vormen een
onlosmakelijk geheel, twee noodzakelijke zijden van dezelfde medaille.
Toch is de massa onvermijdelijk bang voor dat wat anders is. En de
uitgezonderde kan begrijpelijkerwijs haast niet anders dan diversiteit
als een groot goed zien en het krampachtig behoudende van de massa
vrezen.
Dit is natuurlijk wat gechargeerd, want, enerzijds
bestaat dé massa niet. We hebben allemaal aspecten in ons waarin we meer
gemiddeld of meer uitzondering zijn. Het is bovendien maar net in welke
groep of subcultuur we ons op dat moment bevinden. De werkelijkheid van
onze mensheid is een drie- of misschien wel tien-dimentionale
lappendeken van uiteen- en door elkaar lopende, wijkende en overlappende
afwijkingen en overeenkomsten in oneindig veel gradaties. Toch is er
binnen groepen en gemeenschappen een beweging te zien van een soort
heersende orde die zich met elkaar conformeert tot een relatief weinig
dynamische en diverse kern, alsof het gecentreerde zwaartepunt van de
meerderheid werkt als een magnetisch middelpunt dat zowel zichzelf als
de cirkelende beweging eromheen in stand houdt. Iedereen ondervindt deze
kracht en zet zich er in meer- of mindere mate tegen af teneinde de
eigen eigenheid al dan niet te behouden. Hoe meer men zich in de
uitersten bevindt of daar naartoe beweegt, des te zwakker wordt de
magnetische grip.
De massa bestaat dus deels uit de meerderheid
die intrinsiek aan het gemiddelde voldoet, aangevuld met hen die
afwijken, maar zich conformeren. Dat maakt de afstand tussen de massa en
de uitzonderingen (die zich niet willen conformeren of die zo sterk
afwijken dat pogingen tot conformeren simpelweg tevergeefs zijn)
ogenschijnlijk nog groter. Er zijn, in theorie en praktijk, wel degelijk
mensen die zich vaker dan anderen in deze uitzonderingspositie bevinden
(al is dit mede afhankelijk van de mate van migratie van bijvoorbeeld
minder overeenkomstige naar meer overeenkomstige gezelschappen) en die
dus zelfs daarin uitzonderlijk zijn (tegelijk kan een mens ook
uitzonderlijk gemiddeld zijn :) )
Zo complex, divers en daar bovenop ook nog eens dynamisch (want alles
is voortdurend in verandering, ook dat is heel natuurlijk en simpelweg
onontkoombaar) is ons bestaan. Bestuur maar eens een land met 17 miljoen
individuen in dit krachtenveld, wier waarden en noden in feite allen
gelijkwaardig zijn.
De 'normale' massa-georiënteerde mens mag
dus wellicht wat meer beseffen dat het abnormale (in een) individu net
zoveel bestaansrecht heeft als zij. De diversiteit minnende mens op de
uitzonderingsposities zou zich kunnen realiseren dat Henk en Ingrid net
zo goed onderdeel zijn van het bonte geheel en dat hun normaalheid
afwijzen, diversiteits-technisch wellicht niet erg consequent is. Ook
kan het helpen te beseffen, dat vanaf een verre afstand -maar ook van
binnenuit-, de massa gemakkelijk eenheidsworst kan lijken, daar waar een
kijkje van nabije afstand, de rijkelijk aanwezige nuances enorm kan
verhelderen.
Democratie is er, om in essentie recht te doen aan
zowel de belangen van de meerderheid, die nu eenmaal in de meerderheid
is, als aan het bestaansrecht van de in dit opzicht vrij kwetsbare
uitzonderingen. Dat de praktijk is, dat je in je eentje weinig invloed
hebt op de besluitvorming, dat is van nature dan eenmaal zo (daar kun je
je heel je leven tegen afzetten in gevecht om erkenning, of je kunt je
eigen verantwoordelijkheid nemen voor je eigen zijn en behoeften en er
zelf iets moois van maken). MAAR OF DE WENS VAN DE MEERDERHEID
GEHONOREERD WORDT MET OF ZONDER RESPECT VOOR DIE VAN DE MINDERHEID,
MAAKT EEN ENORM VERSCHIL. (dat is volgens mij ook waar het, van beide
kanten overigens, mis gaat in de Zwarte Pieten discussie. Los van het
besluit kun je de gevoelens en mening van een ander, die jij nu eenmaal
niet kunt begrijpen vanuit jouw totaal andere positie, respecteren.)
De praktijk is tevens, dat al onze verschillende voorkeuren nooit
precies overeen kunnen komen met hoe een bepaalde politieke partij die
vertegenwoordigt. Democratie is er dan ook niet om ons onze zin te geven
en de praktijk is nu eenmaal ook, dat in al die diversiteit de waarden,
behoeften en belangen onderling (zelfs in onszelf!) vaak conflicteren.
Het proces van weging is erg ingewikkeld en ook nog eens onderhevig aan
machtsverschillen die op zichzelf ook weer onderhevig zijn aan een enorm
krachtenveld van individuele en maatschappelijke, economische, sociale,
politieke, ecologische, psychologische, religieuze, enz. enz.
omstandigheden.
Waar het om gaat is dat democratie als
vertrekpunt zegt: iedereen is in de eerste plaats on-voorwaarde-lijk,
gelijkwaardig. En al die meningen en belangen hebben daarom een
gelijkwaardige stem in het geheel. Wat mij betreft is er geen andere
grondwaarde voor ons land. En als ik het niet leuk vind wat jij doetl,
is nog geen reden om hieraan te tornen, want dan is het hek van de dam.
Dat is de onvoorwaardelijkheid die ons allen onze veiligheid en
integriteit biedt, al vraag ik me soms af of mensen nog wel beseffen hoe
ongelofelijk waardevol dit is én essentieel voor de vrijheid die velen
zo fanatiek proberen te verdedigen. De tijd zal leren hoe de normale
verdeling zich in dit opzicht ontwikkelt.
Art. 1
Allen die
zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk
behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke
gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet
toegestaan.